Wat een ongure buurt is het hier. Het zwerfvuil komt mij aan alle kanten tegemoet. Aan de overkant van de straat staan wat schaars geklede dames en dat op een koude november avond. Aangezien ik hier heg nog steg weet besluit ik de dames maar eens wat vragen te stellen.

‘Kennen jullie een Dion’

De dames kijken mij wat verbaast aan. Met een dorstige blik in de ogen wordt mij verteld dat één colaatje genoeg is. Voor enkel wat informatie vind ik dit toch wat veel van het goede. Vanuit mijn oog hoeken zie ik een breed geschouderde man met goude kettingen aankomen. Ik bevind mij in een moment van twijfel, zal ik terug gaan naar kantoor of blijven?