`HIER SPREEKT MAAR ÉÉN NICOLAAS!.Onze grootvader, Theo Nicolaas, heeft vele jaren lang klassieke talen gedoceerd. Op Sancta Maria probeerde hij de keurige Haarlemse meisjes de beginselen van het Latijn en het Grieks bij te brengen, en op het Pius X maakte hij diepe indruk op onder anderen onze moeder Marianne en onze `bijna-oom Jacques Bank.
Tot Grootvaders grote genoegen kreeg hij ook een paar van zijn kinderen in de klas (hoewel hun klasieke opleiding tot zijn spijt niet zon groot succes werd; alleen Tom heeft na een slordige negen jaar en vier scholen uiteindelijk het gymnasiumdiploma gehaald. Maar dat was later.).
Het eerste kind dat Grootvader in de klas kreeg was zijn oudste zoon Ben. Ben was een eigenwijs jongetje (dat zit kennelijk in de familie) dat altijd het hoogste woord voerde. Waar zijn klasgenoten een heilig ontzag voor de leraar Nicolaas hadden, voelde Ben zich uiteraard in het geheel niet geintimideerd. Zo gebeurde het dat Ben tijdens een les Latijn (of Grieks, daar wil ik van af wezen) continu met zijn buurman zat te kletsen (ook een familiekwaal). Grootvader had hem al enkele malen gewaarchuwd, maar Ben babbelde onverdroten door. Op een gegeven moment had Grootvader er werkelijk genoeg van, en hij bulderde:
Dit verhaal is legendarisch in de familie, niet in het minst vanwege de grote bruikbaarheid van de uitdrukking. Dus Dion, mocht je ooit net zulke aangename causeurs als kinderen krijgen als jij zelf bent, doe er dan je voordeel mee!