Juf Jel

Het begint heel langzamerhand te veranderen, maar bij de naam Jellema denk ik in principe nog altijd eerst aan onze onvolprezen juf van de tweede klas basisschool.

Juf Jel, zoals wij haar thuis een beetje oneerbiedig noemen, was toen ik bij haar in de klas kwam een zeer pronte dame van begin zestig. Kortgeknipt grijs haar, met als ze buiten was een boerenzakdoek eromheen geknoopt. Altijd heel rode wangen. Flinke boezem, platte schoenen, ferme pas. En ze had de wind er onder!

Zo lazen de kinderen in haar klas - als laatsten in heel Nederland denk ik - Ot en Sien. Dat lezen ging als volgt: iedereen had het boekje voor zich, en één kind las hardop een pagina. Het was streng verboden om stiekem vooruit te lezen, ook als er net een hele slome lezer aan de beurt was. Maar goed, dat was nog tot daar aan toe. Erger was dat we, als we eindelijk door het boek heen waren, weer van voren af aan begonnen. In mijn herinnering hebben wij zo drie keer Ot en Sien gelezen. En zo spannend zijn die boekjes nou ook niet!

Een andere herinnering is die ene keer dat we met juf Jel geknutseld hebben. We maakten van een wc-rol en papier een soort truttig lampionnetje. Creativiteit werd daarbij niet op prijs gesteld, het moest precies zoals juf voordeed. Dat we niet veel vaker mochten plakken en knippen was dan ook niet zo’n groot gemis.

Wat we wel vaak deden, was klassikaal zingen. Wij hebben dankzij juf Jel nog een paar prachtige ouderwetse liederen in ons repertoire (Als de lente is gekomen…). En met carnaval, dat wij van meneer Goedbloed niet mochten vieren, mocht de klas van juf Jel lekker wél verkleed naar school en ging de hele groep in optocht achter de juf aan alle klassen rond.

Ook Dion heeft nog een paar maanden onder haar stevige hoede mogen meemaken, toen ging juf met pensioen. Haar vervangster was niet van hetzelfde hout gesneden, en binnen een paar maanden was Dion dan ook weg van de Voorwegschool. We hebben juf Jellema af en toe nog wel in hoog tempo door Heemstede zien stappen. Of ze nu nog leeft weet ik eigenlijk niet, ze zou toch tegen de negentig moeten lopen. Wil je nog meer weten van deze bijzondere onderwijzeres (die zichzelf waarschijnlijk nooit leerkracht heeft genoemd), dan moet je het maar eens aan Hans Wolters vragen. Ook hij heeft bij haar in de klas gezeten, zo rond 1950!